Toen, in de Rabenhauptstraat
Eergisteren fietste ik door de Rabenhauptstraat
(Groningen) heen, langs het huis waar ik 5 jaar gewoond heb (ongeveer, kan ook
meer zijn). Een oud herenhuis ergens gebouwd eind 1800, ergens in een later
tijdperk is het huis verdeeld in twee woningen, de begane grond 1 woning en de
eerste verdieping en kelder de andere woning. Ik woonde op de verdieping, een
kamer in een “studentenhuis”, al was ik de enige student toen.
Het was een van de meest markante huizen waar ik ooit
gewoon heb. Ik huurde de ouden heerenkamer en ik had echt een hele grote kamer.
8 Meter bij 6 meter en dan nog een klein kamertje er aan vast waar precies mijn bureau in paste. Het huis
was in een typische huisjesmelker staat. Ik had nog de oude binnenmuren en die
waren in erbarmelijke staat. Je kon ze zo 20 centimeter indrukken. Het was nog
gewoon een raamwerk van hout waar riet overheen gevlochten was, daar zaten
kranten overheen (Indonesische kranten van type oud) en daar was overheen gestuukt.
Iedere dag lag er wel weer ergens bultje gruis van de muur.
De keuken was aan de achterkant van het huis, en was ook
enorm. In de keuken was een oude kast omgebouwd tot douche, douchegordijntje er
voor en klaar. In de douchebak kwam ook de afvoer van de wasmachine uit, dus
als je douchte en er draaide een was had je kans dat je wat extra warm water
bij je voetjes kreeg.
En zo zijn er nog tonnen andere dingen aan het huis wat
het ergens hield tussen charme van een heel oud huis en volledig gebrek aan
onderhoud over de afgelopen 50 jaar.
Maar het meest markante waren mijn medebewoners. Het
eerste jaar dat ik er woonde heb ik ze namelijk niet eens gezien. Ik wist van
de jongen van wie ik de kamer over nam dat het 2 “aparte figuren waren”, maar
het woord apart kreeg een hele andere betekenis vanaf toen. 1 jongen (beter gezegd man), laten we hem
Henk noemen (nee zo heette die niet) was bij zijn vriendin ingetrokken maar
hield de kamer wel aan. Hij huurde de zolderverdieping en had daar twee kleine
kamertjes. Eentje gebruikte die niet en de ander lag vol rommel, lege
etenswaarverpakkingen en een oud stinkende matras op de grond met vergeeld beddengoed.
Hoe ik dat weet? Simpel, ik heb er een keer ingekeken omdat het enorm stonk in
huis en hij had de deur niet op slot. Over Henk straks meer.
De andere kamer in het huis werd verhuurd aan Bertus (nee
zo heette hij ook niet maar hun echte namen gebruik ik niet). Al was kamer een
groot woord. De indeling van het huis was op z’n zachtst gezegd apart, en er
was naast de wc en achter de keuken een soort L vormige gang met een deur er
voor. Achteraan aan de “L” was net genoeg breedte om er een bed neer te zetten
en een klein raam, de rest was gewoon zo smal als de gang, en dat zou niet
breder dan 120 cm geweest zijn. De eerste keer dat ik die kamer van binnen zag zou
ik nooit vergeten, ik wist niet of ik moest lachen of schrikken dat iemand
daadwerkelijk geld betaalde voor zoiets. Her en der stonden bakken met
regenwater want het lekte daar ook nog.
Bertus zelf was ook een ervaring op zich. Ergens in de 30
was hij toen, zag er uit als een bandlid van The Cure, echt blijven hangen in
de jaren 1980, hij Was heel klein en bleek en iel. Maar wat het ergste was, hij
was volledig mensenschuw. Zoals gezegd, het eerste jaar zag ik geen
huisgenoten, maar Bertus was er wel. Hij verstopte zich alleen voor mij, en
voor iedereen zo ongeveer. Ik dacht echt dat ik in een spookhuis woonde in dat
eerste jaar. Soms hoorde je een deur, voetstappen een wc doorspoelen, iemand
kuchen en meer van dat…….maar als ik dan de gang of de keuken in ging dan zag
ik niemand. Ik heb vaak op zijn kamerdeur geklopt, maar het eerste jaar deed
hij nooit open, en de deur zat altijd op slot.
Pas na een jaar hebben we kennisgemaakt en kwam ik er achter dat het
geen spook was, al deed hij er niet voor onder met zijn verschijning. Hij was
een freelance journalist en was zelf ook niet te spreken over zijn woonruimte,
ik heb hem daarna alleen maar horen klagen over de verhuurder en de
erbarmelijke staat van zijn kamer. Maar zelf er wat mee doen ho maar. Wat hij
verder deed weet ik niet, je zag hem en dan zag je hem soms ook maanden niet
meer, soms kon je een gesprek met hem houden,
soms was dat godsonmogelijk want dan was hij weer aan het flippen over
zijn kamer. Het had op zich geen onaardige man, maar zeker een van de aller
raarste mensen die ik ontmoet heb.
Na een jaar kwam Henk weer in het huis wonen, relatie
gestrand, en ik kwam er al snel achter waarom, tenminste ik kan het me goed
voorstellen.
Henk was het prototype “aso big”. Hij was IT-er bij een
of ander bedrijf vlakbij, woonde ook al jaren in dat huis en had geen enkele
vorm van respect voor andermans spullen.
Dat waren zijn positieve punten.
Hij had een enorme omvang, wat mede te danken was aan
zijn ontbijt: 2 blikken knakworsten, koud, met ketchup. Iedere morgen. Wat hij
verder at wil ik niet weten maar zo begon hij zijn dag dus. Verder was hij niet
de schoonste die er was, understatement….. Hij zal vast heel goed in zijn werk
zijn en absoluut geen representatieve functie hebben gehad, ik snap niet dat
hij anders nog een baan had. Kleding vol vlekken, hij stonk vaak en ik heb m
nooit gebruik horen maken van de douche. Dat vergeelde matras en beddengoed was
echt zijn bed en ik heb het nooit zien luchten of in de wasmachine gezien.
Verder had hij de nare gewoonte om mijn koelkast leeg te jatten. Ik had in het
eerste jaar mij de keuken maar toebedeeld, want niemand maakte er gebruik van
(ook de jaren daarna niet), dus mijn koelkast stond er in. Er was ruimte zat
voor hem om ook een koelkast neer te zetten, maar hij had daar schijt aan en
stal liever uit mijn koelkast. Een slot deed wonderen, hij was er wel heel
kwaad om.
En dan was er ook nog het gedoe met de elektriciteitsrekening.
Ondanks herhaaldelijke pogingen van de verhuurder om de huur van het pand
inclusief de NUTS kosten te maken, weigerden Henk en Bertus dat altijd, ooit
was er een contract exclusief opgesteld en zij hadden op Bertus zijn naam gas
en licht lopen. Idee was dat men geld
naar Henk overmaakte en dat hij dat dan aan Essent betaalde. De jongen waar ik
de kamer van overnam heeft me dat ooit eens uitgelegd. Punt was echter dat ik
dus Henk het eerste jaar al gemist had, ik nooit een rekeningnummer gekregen
heb en er absoluut niks vast stond over de financiƫle situatie omtrent Essent.
Ik heb meerdere keren mijn beklag bij de verhuurder gedaan, maar helaas kon die
niks doen aangezien de andere 2 niet wilden meewerken. Het bleek een enorme
ellende te zijn met Essent, Henk zijn vader had er al eens 1000 euro ingestoken
(voor ik er woonde) en Henk probeerde zo nu en dan (als ik m zag) nog een
poging om dat ook op mij te verhalen,
geen grap! Ik heb toen gezegd dat ik weigerde een cent te betalen aan de
rekeningen van voor mijn tijd, en ik prima wilde betalen voor de rekeningen van
de tijd dat ik er woonde, als ze mij konden laten zien en voorrekenen wat ik
moest bestalen per maand.
Dat is dus niet gebeurd, en zo zaten we ineens 2 weken
zonder gas en licht. In de winter. Ik heb toen contact opgenomen met de
verhuurder en, gelukkig deed ik een juridische opleiding, heb ik een document
opgesteld waarbij ik de andere 2 bewoners aansprakelijk stelde voor mij gemis
aan wooncomfort door het ontbreken van gas en licht. Toen konden ze ineens wel
huur inclusief betalen en was er weer
stroom.
Later kregen we ineens een naheffing van 350 euro per
persoon, het bleek dat Henk er een gewoonte van maakte om 2 elektrische kachels
op zijn kamer 24 uur er dag aan te laten staan. Of hij er nu was of niet.
Na een jaartje of 5 ofzo heb ik dit huis waar ik nu woon
kunnen huren, waar ik heel blij mee ben. Bertus en Henk hadden in die tijd ook
verhalen over weg gaan uit het huis. De jongen van wie ik de kamer over nam zei
ooit tegen me “die 2 gaan nooit uit dat huis, als jij weg gaat blijven zij nog”.
En toen ik door de straat fietste, en oplette bij nummer
5a zag ik dat het waar was. Bertus liep het huis uit en Henk kwam er net aan en
ging naar binnen. Ze groetten elkaar niet en mij zagen ze ook niet (gelukkig). Ik
heb geen idee wie er op mijn oude kamer woont, maar ik ben op zich wel
benieuwd.
Als ik zo moet gokken zouden Bertus en Henk nu beiden
ergens tussen de 40 en 45 moeten zijn…..en wonen ze er dus nog steeds. Zo slecht
heb ik het dus niet gedaan…..
Trouwens, ondanks alles, ik heb echt een wereld tijd
gehad op de Rabenhauptstraat. Zeker nu ik er op terugkijk. Okay, het laatste
jaar was echt niet leuk meer, maar daarvoor….ik heb dingen meegemaakt in een
enorm oud huis die ik daarvoor niet voor mogelijk hield.
Reacties
Een reactie posten